Vorige zomer besliste ik om me in te schrijven voor een opleiding herborist. Niet alleen dat, ik besliste een pad in te slaan en nooit meer rechtsomkeer te maken. Het werd een magisch ontdekkingsjaar dat smaakt naar meer. Het werd de start van een Kuur Natuur. Dit zijn de vijf grootste lessen die ik leerde.
1. We (w)eten veel te weinig
Je bent blij, als je weet dat er een takje rozemarijn in je gin-tonic drijft en geen tijm. Je bent ook blij dat je cayennepeper kan onderscheiden van paprikapoeder en dat je weet dat je er niet mee in je ogen mag wrijven. Sommige smart asses weten dat kruidenthee helemaal geen thee is, maar een infusie. En je bent al een echte nerd als je veldkers, fluitenkruid of heermoes herkent op straat.
Ik was zo’n smart ass een jaar geleden. En stilaan een echte nerd. Maar dan nog weet ik, en de gemiddelde mens rond mij veel te weinig – maar dan ook véél – te weinig over kruiden. Erger nog, het internet staat vol met onjuiste informatie en fake kruidennieuws.
Hoeft je niets over planten te weten? Jawel. We moeten planten kennen om ze te kunnen soigneren als ware het onze kinderen en er van te kunnen profiteren als ware we bijna met teveel op deze aardkluit (…wait a minute).
Ons leven hangt af van planten, dus we komen best zoveel mogelijk over ze te weten.
Je wil zélf planten kennen zodat je niets zomaar zal aannemen van een ander. Je wil kunnen luisteren naar je lichaam en kunnen antwoorden met wat het nodig heeft. Wees trouwens maar zeker dat de supermarkt meer interesse heeft in je portemonnee dan in je gezondheid en dat die dure opgeblazen tomaat niet persé lekkerder of gezonder is dan wat er voor je deur groeit.
Kinderen, ouders, koks, hulpverleners,…er is werk aan de winkel.
2. Herboristen zijn geen heksen, of toch?
Ja, zo’n driehonderd jaar gelden zou ik op de brandstapel zijn terechtgekomen. Als ‘magische’ genezer of kruidenvrouw werd je toen door de Katholieke Kerk veroordeeld voor ketterij, terwijl je voordien (en zowat gedurende de volledige mensheid) de belangrijkste figuur in de gemeenschap was. Tienduizenden verachtelijke zondaars hebben gebrand op de stapel, omdat ze konden beslissen over leven en dood. Hun kruidenkennis werd opgesloten binnen de kloostermuren en niet veel later nam onze wetenschap een spurtje en ontstond de moderne geneeskunde.
Sinds 1800 hebben we grote sprongen voorwaarts gemaakt. Denk aan de ontdekking van penicilline en acetylsalicylzuur. Dit waren Grote ontdekkingen. Van Grote meneren. Die Grote fortuinen konden verdienen. Ze lieten hun pillen patenteren en zorgden ervoor dat we met z’n allen ‘aspirine’ denken bij de minste koppijn.
Pillen werken snel en ze zijn doeltreffend, maar ze hebben ons dom en lui gemaakt.
Een kruidenkenner is niet zomaar iemand die graag rondhuppelt met bloemen in het haar en het hoofd in de wolken. Een kruidenkenner weet hoe planten gekweekt en verwerkt worden. Een kruidenkenner weet hoe je inhoudsstoffen onttrekt in water, olie, azijn of alcohol. Hij weet hoe je zeep, olie, lotion en zalf maakt. Een kruidenkenner kent smaak, kleur, geur, textuur en hoe kruiden inwerken op ons lichaam.
Ja, een herborist kan je vreselijke bulten bezorgen en het gevoel dat je in een pad verandert. Be aware.
3. Kruiden zijn overal en onkruid bestaat niet
Het is een torenhoog cliché en mag daarom niet ontbreken in dit lijstje: onkruid bestaat niet. De eenvoudige reden daarvoor is dat elke plant een functie heeft. Kijk maar naar wat je met kruiden kan doen in voeding, kleding, cosmetica, geneeskunde,….het is eindeloos en daarom zijn kruiden eindeloos boeiend. Neem nu de brandnetel om er nog een cliché bovenop te doen. Van dit welig tierende ‘onkruid’ kan je soep, medicijnen, kledij en insecticide maken. En als dat niet goed genoeg is dan maak je er maar compost van waarmee je andere planten bemest.
In België hebben we meer dan 1300 verschillende inheemse planten en die groeien niet allemaal mooi in een perkje. Liefs niet zelfs. Kruiden groeien grotendeels in het wild en dat moeten we stimuleren. Voor onze ecologie. En omdat ze anders uitsterven en ik niets meer te vertellen heb. In Vlaanderen is er ook nauwelijks sprake van professionele teelt van geneeskrachtige planten. Er zijn wel enkele moedige, zeer coole initiatieven die de moeite waard zijn om eens te bezoeken, zoals Sanguisorba, Claus, Netelvuur of Blueberry Me. No worries, als je geen tijd hebt doe ik dat wel voor jou.
Het goede nieuws is dan weer dat er heel veel interessante planten letterlijk voor onze deur groeien.
De belangstelling voor ‘on’kruid groeit traag maar zeker en stilaan ben je echt geen weirdo meer omdat je het gras niet overal wegmaait.
Wie moeilijk te overtuigen valt kan misschien eens twee keer nadenken bij een glas Ginderella of komen tellen hoeveel verschillende bloemen er staan in mijn stadstuintje. Deal?
4. Eetbaar is niet altijd eetbaar
Wist je dat alle rozen eetbaar zijn? Ja hoor. Maar ze hebben niet altijd smaak. En zoals mijn leerkracht kruidenleer zou zeggen: àlles is eetbaar. Maar sommige dingen slechts één keer.
Er heerst een hype rond eetbaar ‘onkruid’. Eetbaar is het nieuwe hip, want mensen beseffen plots dat er in de stad eetbare dingen tussen de straatstenen groeien. Dat is magisch. Ik hoop dat het de publieke opinie wat bijstelt, maar ik vraag me af of die mensen ooit een thee van paardenbloemen gaan zetten.
Veel planten zijn eetbaar, maar dat wil niet zeggen dat ze allemaal smakelijk en lekker zijn.
Stengels worden soms vezelig, bladeren kunnen bitter of zuur zijn, bloemen smaakloos, wortels hard. Er zijn kruiden die eetbaar zijn, maar die je gewoon niet zal binnenkrijgen omdat ze te ruw, te straf of te vervelend zijn. Ik vind het tintelend gevoel op de tong dat champagneblad veroorzaakt bijvoorbeeld onuitstaanbaar.
Sommige kruiden zijn giftig vanaf een bepaalde dosis (zoals saffraan). Andere zijn de ene moment eetbaar en als ze bloemen krijgen giftig (zoals daslook). Nog andere hebben gedeelten die eetbaar zijn, andere niet (zoals vlierbes of jeneverbes). En nog andere kruiden zijn eetbaar maar hebben een quasi identieke tweelingsoort die giftig is (zoals de gevlekte scheerling en roomse kervel). En als laatste zijn er planten die ontgiften tijdens het verwerkingsproces (zoals hondsdraf).
Of een plant dus eetbaar is? Think twice.
5. Een goede kok is een halve dokter
Het is een oud gezegde en zoals meestal ook dikke waarheid. Als je gezond eet word je minder snel ziek. Of zoals Charlemagne het zei ‘Herbs are the friend of the physician and the pride of cooks.’
Koks zijn tovenaars, kunstenaars, dokters van ons lichaam en onze geest.
Onze voedingsdriehoek werd vorig jaar op zijn kop gezet. Groenten, fruit en kruiden staan best vanboven op je boodschappenlijstje. Maar slechts een klein percentage van wat moeder natuur voorzien heeft aan diversiteit komt in de supermarkt terecht. En nog een kleiner percentage daarvan verschijnt op ons bord. Dat kan beter, niet?
Het is de moment van’t jaar: hoogseizoen voor de oogst. Ga langs de kruidenkwekerij en kruip in je keuken of neem eens deel aan een ‘wild chefs’ weekend met plantenchef Pieter-Jan Lint. Smakelijk!